Operation Manual

30
Toegang tot de auto
B4_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren en de achterklep vergrendeld en ontgrendeld
worden, kan de voorpassagiersairbag worden uitgeschakeld en wordt het contactslot/stuurslot bediend.
Sleutels
Vergrendelen Ontgrendelen
- Steek de sleutel in het slot van een van
de voorportieren en draai hem richting
de achterzijde van de auto om het
desbetreffende portier te vergrendelen.
- Steek de sleutel in het slot van de
achterklep en draai hem naar rechts om de
achterklep te vergrendelen.
- Steek de sleutel in het slot van een
van de voorportieren en draai hem
richting de voorzijde van de auto om het
desbetreffende portier te ontgrendelen.
- Steek de sleutel in het slot van de
achterklep en draai hem naar links om de
achterklep te ontgrendelen.