Operation Manual
95
6
Zicht
B4_nl_Chap06_visibilite_ed01-2014
Ring voor de selectie van het
mistachterlicht
Het mistachterlicht werkt in combinatie met
dimlicht en grootlicht.
F Draai de ring naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen.
Als de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met de stand
AUTO) of als het dimlicht handmatig wordt
uitgeschakeld, blijft het mistachterlicht en het
parkeerlicht branden.
F Draai de ring naar achteren om alle
verlichting uit te schakelen.
Mistachterlicht.
Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts, is het
mistachterlicht verblindend voor
medeweggebruikers en daarom niet
toegestaan. Gebruik het mistachterlicht
uitsluitend bij mist of sneeuwval.
Onder deze weersomstandigheden
dient u het mistachterlicht en het
dimlicht handmatig in te schakelen,
omdat de lichtsensor voldoende licht
kan waarnemen.
Vergeet niet het mistachterlicht uit te
zetten zodra het niet meer nodig is.
Uitschakelen van de
verlichting bij het afzetten
van het contact
Bij het afzetten van het contact gaat alle
verlichting onmiddellijk uit, behalve het
dimlicht als de automatische follow me
home-verlichting is geactiveerd.
Inschakelen van de verlichting
na het afzetten van het contact
Draai om de lichtschakelaar weer te
activeren terwijl de verlichting uit is, de
ring in de stand "0" en vervolgens in de
stand van uw keuze.
Als het bestuurdersportier wordt
geopend, klinkt een aanhoudend
geluidssignaal om aan te geven dat de
verlichting nog brandt.