Operation Manual

155
9
Praktische informatie
C1_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst:
F de oorzaak van de storing op te sporen en
te (laten) verhelpen,
F alle stroomgebruikers uit te schakelen,
F de auto stil te zetten en het contact af te
zetten,
F de defecte zekering te lokaliseren met
behulp van de overzichten en schema's op
de volgende pagina's.
Vervangen van een zekering
Goed Defect
Tang
Bij het vervangen van een zekering geldt het
volgende:
F gebruik de speciale tang om de zekering
te verwijderen en controleren of het
smeltdraadje in goede staat is,
F Vervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte
(dezelfde kleur); een afwijkende zekering
kan storingen veroorzaken (brand).
Mocht de storing kort van het vervangen
van de zekering terugkeren, laat dan de
elektrische uitrusting controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
CITROËN is niet aansprakelijk
voor kosten die voortvloeien
uit het verhelpen van storingen
veroorzaakt door het monteren van
extra accessoires die niet door haar
aanbevolen en geleverd worden of
door voorzieningen die niet volgens
de voorschriften van CITROËN zijn
gemonteerd. Dit geldt met name als
het totale stroomverbruik van alle extra
accessoires meer dan 10 milliampère
bedraagt.
Montage van elektrische
accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische
circuit van uw auto is reeds rekening
gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voordat
u andere elektrische voorzieningen of
accessoires in de auto monteert of laat
monteren.