Operation Manual
35
2
Toegang tot de auto
C1_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Noodprocedure
Ontgrendelen
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot
aan de bestuurderszijde en draai hem
richting de voorzijde van de auto om de
auto te ontgrendelen.
Vergrendelen
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot
aan de bestuurderszijde en draai hem
richting de achterzijde van de auto om de
auto te vergrendelen.
Met de geïntegreerde sleutel kan de auto
vergrendeld en ontgrendeld worden als de
elektronische sleutel niet werkt en in het geval
van een storing in het "Keyless entry and
start"-systeem:
- lege batterij, accu ontladen of
losgekoppeld, ..
- auto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
F Houd de nok 1 ingedrukt om de
geïntegreerde sleutel 2 te kunnen
verwijderen.
Levensduur van de batterij
van de elektronische sleutel
Om ervoor te zorgen dat de batterij
langer meegaat, kunt u de werking van
de elektronische sleutel blokkeren (geen
ontvangst van radiogolven).
Het Keyless entry and start-systeem werkt niet
zolang deze functie is geactiveerd.
Druk op een van de knoppen (open of gesloten
hangslot) om het blokkeren van de werking
van de elektronische sleutel weer ongedaan te
maken.
F Druk twee keer op het open
hangslot terwijl u het gesloten
hangslot ingedrukt houdt.
Controleer of het lampje op de elektronische
sleutel vier keer knippert.