Operation Manual
58
Comfor t
C1_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Het is raadzaam om niet langdurig
met uitgeschakelde airconditioning
te rijden (kans op beslagen ruiten en
verminderde luchtkwaliteit).
Hierdoor worden alle functies van het systeem
uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer
geregeld. Een zwakke luchtstroom,
veroorzaakt door de verplaatsing van de auto,
blijft voelbaar.
Druk nogmaals op de toets "AUTO" om het
systeem weer met de laatstingestelde waarden
in te schakelen.
Uitschakelen van het
systeem
F
Druk op de toets van de
luchtopbrengstregeling tot het
symbool van de ventilator is
verdwenen.
F Druk op deze toets om de
airconditioning uit te schakelen.
Airconditioning AAN/UIT
Door de airconditioning uit te schakelen
kunnen onaangename verschijnselen optreden
(vochtigheid, beslagen ruiten).
Druk de toets nogmaals in om de automatische
werking van de airconditioning te hervatten.
Het symbool "A/C" wordt weergegeven.