Operation Manual
69
5
Rijden
C1_nl_Chap05_conduite_ed01-2015
Starten - afzetten van de motor met de sleutel
1. Stand "LOCK".
2. Stand "ACC".
3. Stand "ON".
4. Stand "START".
Contact
Auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak:
F Steek de sleutel in het contactslot.
F Draai de sleutel in de stand 2.
F Ontgrendel het stuurslot door enigszins
aan het stuurwiel te draaien.
F Trap het koppelingspedaal volledig in.
F Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand.
F Draai de sleutel in de stand 4 (START) om
de startmotor te bedienen.
F Laat de sleutel los zodra de motor draait.
Het contact wordt automatisch in de stand
3 (ON) gezet.
Starten met de sleutel
Auto's met een ETG-versnellingsbak:
F Steek de sleutel in het contactslot.
F Draai de sleutel in de stand 2.
F Ontgrendel het stuurslot door enigszins
aan het stuurwiel te draaien.
F Trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt.
F Zet de selectiehendel in de stand N.
F Draai de sleutel in de stand 4 (START) om
de startmotor te bedienen.
F Laat de sleutel los zodra de motor draait.
Het contact wordt automatisch in de stand
3 (ON) gezet.
Als u langdurig accessoires gebruikt
(contact in de stand 2 of 3), kan de
accu ontladen raken. Uw auto kan dan
mogelijkerwijs niet meer starten. Houd
hier rekening mee.
Laat de motor nooit draaien in een
afgesloten ruimte zonder voldoende
ventilatie: verbrandingsmotoren stoten
giftige gassen uit, zoals koolmonoxide.
Kans op (dodelijke) vergiftiging. Onder
bijzonder koude omstandigheden
(temperaturen lager dan -23°C)
moet u de motor 4 minuten laten
draaien alvorens weg te rijden. Dit is
belangrijk voor de goede werking en
de levensduur van de mechanische
onderdelen van uw auto, zoals de motor
en de versnellingsbak.