Operation Manual

1
2
3
4
5
6
1
1
1
2
2
2
3
3
3
4
4
4
5
6
6
6
50
III
V E N T I L AT I E - V E RWA R M I N G -
H A N D B E D I E N D E A I R C O N D I T I O N I N G
Luchtstroom recht van voren
(Ventilatieroosters open)
1. Luchtverdeling
Luchtstroom naar de voeten bij de voor- en achterzitplaatsen
(Ventilatieroosters gesloten)
Luchtstroom naar de voeten, de voorruit en de portierruiten
Luchtstroom gericht naar de voorruit en de portierruiten
Ontwaseming - Ontdooiing
U kunt de verdeling van de aangejaagde lucht naar wens wijzigen door de
luchtverdeelknop
1
in een tussenstand te plaatsen.
Recirculeren interieurlucht
In deze stand worden rook en stank uit het interieur geweerd. Zet
de ventilatie weer aan zodra de omstandigheden dit toelaten, om
te voorkomen dat de ruiten beslaan.
2. Interieurlucht
3. Regeling van de aanjagersnelheid
De aanjager werkt alleen bij draaiende motor. Voor een comfor-
tabele atmosfeer in het interieur is het raadzaam deze bediening
niet in de stand
0
te laten staan, maar
minimaal in stand
1
.
4. Regeling van de temperatuur van de aanjagerlucht
5. Airconditioning
6. Ontdooien - ontwasemen achterruit.
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING
VENTILATIE - VERWARMING