Operation Manual
186
Rijden
B618_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Bij een storing in het systeem knippert dit
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel
enkele ogenblikken in combinatie met het
branden van het verklikkerlampje SERVICE
en de weergave van een melding.
Bij slechte weersomstandigheden
(zware regen, hagel enz.) kan het
systeem tijdelijk minder nauwkeurig
werken.
Vooral het rijden op een nat wegdek
of van een droog wegdek op een nat
wegdek terechtkomen kan tot een
vals alarm leiden (zo kan een wolk
waterdruppels in de dode hoek worden
aangezien voor een voertuig).
Let er bij slecht weer en in de winter
altijd op dat de sensoren niet met
modder, sneeuw of ijs bedekt zijn.
Plak geen stickers of andere zaken op
het gedeelte onder de buitenspiegels
waar de waarschuwingslampjes zitten,
omdat de de dodehoekbewaking dan
mogelijk niet goed werkt. Dit geldt ook
voor de detectiezones op de voor- en
achterbumper.
Wassen met hogedrukspuit
Houd tijdens het wassen van de auto
het uiteinde van de hogedrukspuit op
minimaal 30 cm van de sensoren.
Storing
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om het systeem te
laten controleren.