Operation Manual
115
IV
B L U E T O O T H
®
Uw audiosysteem is mogelijk ge-
schikt voor Bluetooth. Daarmee
kunt u een mobiele telefoon aan-
sluiten om die “handsfree” te ge-
bruiken en eventueel het register
ervan te raadplegen.
Op deze manier kunt u maximaal
vier telefoontoestellen aan het sy-
steem koppelen. U kunt dan het
toestel van uw keuze gebruiken.
De beschikbare Bluetooth-func-
ties en het weergegeven display
zijn afhankelijk van de mobiele
telefoon, de instellingen ervan en
het abonnement. Vraag hierover
meer informatie in de winkel waar
u de telefoon hebt gekocht.
Voordat u de telefoon gebruikt:
- Uw display moet verlicht zijn (sleu-
tel in stand M).
- Dient u het Bluetooth-systeem
van de telefoon in te schakelen.
Koppeling met een telefoon
Er is sprake van een koppeling
met een telefoon wanneer het
Bluetooth-systeem van uw auto
het toestel herkent. Door deze
koppeling kan vervolgens direct
een verbinding tussen de telefoon
en het systeem worden gemaakt.
De koppeling kan alleen tot stand
worden gebracht met ingescha-
keld contact, verlicht display en
stilstaande motor. Het systeem
mag op dat moment niet met een
andere telefoon zijn verbonden.
-
Voor het maken van een koppeling
dienen de telefoon en het Bluetoo-
th-systeem te zijn ingeschakeld.
Let op:
Raadpleeg voor meer informatie
over de koppelingsmogelijkheden de
gebruiksaanwijzing van de telefoon.
- De telefoon zoekt naar het Blue-
tooth-systeem van uw auto. Op
uw telefoon wordt “C4” weerge-
geven.
U kunt nu met de toetsen van uw
telefoon “C4” selecteren. Vervol-
gens kunt u de koppeling wel of niet
accepteren door op display C met
J, M of 8 een van de 4 geheugens
te selecteren. Bevestig uw keuze
door op toets L of 7 te drukken.
Let op:
U kunt een reeds toegewezen geheu-
gen selecteren, maar de aan deze
geheugenplaats gekoppelde telefoon
wordt dan niet meer herkend.
- U wordt gevraagd een identifica-
tiecode in te voeren: 1234.
- Bevestig uw keuze.
Let op:
Deze invoer kan het verloop van
de koppeling bespoedigen.
De telefoon is nu aan het Blue-
tooth-systeem gekoppeld. Om
meteen toegang te krijgen tot de
Bluetooth-functies kan het no-
dig zijn een verbinding tot stand
te brengen (zie volgende pagina
Configuratie: gekoppelde mobiele
telefoon aansluiten).
Als de koppeling eenmaal tot
stand is gekomen, kunt u verbin-
ding maken met uw telefoon via
het “Hoofdmenu”.
Verbinding met een gekoppelde
telefoon
Telkens wanneer u in de auto plaats-
neemt en het audiosysteem inscha-
kelt, wordt uw telefoon automatisch
herkend. Wanneer meerdere toestel-
len zijn gekoppeld, wordt als eerste de
telefoon herkend die als laatste met
het systeem verbonden is geweest.
Let op:
Een verbinding kan onverwacht
worden verbroken. Het kan dan
nodig zijn een nieuwe verbinding
tot stand te brengen (zie volgende
pagina Configuratie: gekoppelde
mobiele telefoon aanmelden).
Opmerkingen:
-
Als het toestel niet goed werkt, kan
het helpen de telefoon uit te zetten en
vervolgens opnieuw in te schakelen.
-
Als u de telefoon uitschakelt in het
ontvangstgebied van het Bluetooth-
systeem van uw auto, wordt de ver-
binding de volgende keer niet auto-
matisch tot stand gebracht. Om de
automatische verbinding te herstel-
len, moet u handmatig uw telefoon
weer aanmelden (zie volgende pa-
gina Configuratie: gekoppelde mo-
biele telefoon aanmelden.
-
Wanneer u reeds aan het bellen bent
voordat u het audiosysteem aanzet,
detecteert het systeem de telefoon.
-
Het is aan te bevelen, uw mobiele tele-
foon niet te dicht in de buurt van uw radio
te plaatsen, om storingen te vermijden.
Een inkomend gesprek
accepteren
Met toets L of met toets 7 op het stuur.