Operation Manual
VI
150
V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L
Zorg ervoor dat het
reservewiel plat ligt, in het
midden van de houder.
Uitnemen van het reservewiel
Licht het vloerdeel in de koffer op.
Afmeting van het reservewiel
Indien uw reservewiel niet dezelfde
afmetingen heeft als de wielen die
onder uw auto zijn gemonteerd
(zie sticker), dan mag u dat slechts
tijdelijk gebruiken en er niet harder
mee rijden dan 80 km/uur. Vervang
het zo snel mogelijk.
Bandenspanning
De bandenspanning staat vermeld
op de sticker aan de binnenkant
van de stijl van het linker
voorportier (zie “Identificatie” en
“Gebruiksvoorzorgen”.
Let op: op de reservewielhouder
zijn markeringen aangebracht om
aan te geven waar u het gereed-
schap moet opbergen.
Uitnemen van het reservewiel
- Draai de centraal geplaatste
gele bout een kwartslag los.
- Licht het reservewiel van achter
naar u toe.
- Verwijder het reservewiel uit de
koffer.
Opbergen van het reservewiel
- Plaats het reservewiel terug.
- Draai de centraal geplaatste gele
bout enkele slagen los en plaats
deze vervolgens weer terug in
het midden van het reservewiel.
- Draai de centrale bout helemaal
vast tot u hem hoort klikken,
zodat het reservewiel goed vast
zit.