Operation Manual

6
6
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSFUNCTIES
S P R A A K H E R K E N N I N G
U kunt de NaviDrive met uw stem bedie-
nen.
Met de NaviDrive kunt u bepaalde functies
activeren door het corresponderende com-
mando uit te spreken:
Met voorgeprogrammeerde woorden of
uitdrukkingen, bijvoorbeeld: "
Radio
" of
"
Help
".
Met behulp van een door de gebruiker
opgenomen commando.
Om een spraakcommando aan een bestand
te koppelen, moet u dat bestand kiezen.
Neem een woord voor dit bestand op (bij-
voorbeeld: "
Kantoor
" of "
Thuis
").
Druk op de bediening van de spraakherken-
ning.
Het inschakelen wordt bevestigd door een geluid-
signaal en door het openen van een venster op
het display.
Het systeem is nu klaar voor spraakherkenning:
Als het systeem het woord heeft begrepen,
wordt dit aangegeven in het venster en hoort
u een pieptoon.
Als het systeem het woord niet heeft begrepen,
wordt dit aangegeven in het venster en hoort
u "
Sorry
".
Herhaal dan wat u gezegd heeft.
Om de herkenning van de spraakcom-
mando's uit het register te verbeteren,
wordt aanbevolen met verschillende
intonaties op te nemen.
De spraakbediening werkt volgens
een boomstructuur van woorden.
Eerst moet een woord op een bepaald
niveau worden herkend, voordat u een
woord op het volgende niveau kunt
uitspreken.
Druk op de ESC-toets of op de toets voor
de spraakherkenning om de spraakher-
kenning uit te schakelen.
Let op
: de spraakherkenning wordt auto-
matisch uitgeschakeld:
na het uivoeren van een handeling via
spraakbediening (twee piepjes),
nadat enkele seconden geen spraakcom-
mando is uitgesproken (het systeem zegt
"
Einde spraakherkenning
".
Of
Voorbeeld
Een telefoonnummer uit het telefoonboek
bellen:
Druk op de bediening van de spraakherken-
ning.
Spreek het woord
Telefoon
uit.
Wacht tot het systeem reageert met een
piep.
Spreek het woord
Telefoonboek
uit.
Wacht tot het systeem reageert met een piep.
Spreek ten slotte het woord
Thuis
uit (bij-
voorbeeld).
Na de dubbele pieptoon is de opdracht
uitgevoerd.
Spreek de trefwoorden uit die horen bij de
opdracht die u wilt laten uitvoeren.
De opdrachten "
Help
" en "
Wat kan ik zeg-
gen
" laten alle op dat moment beschikbare
opdrachten op het display zien.
Als u niet meer weet waar u zich in de
menustructuur bevindt, zeg dan "
Annu-
leren
" en u keert terug naar het vorige
niveau in de structuur.
De voorgeprogrammeerde woorden en
uitdrukkingen worden beter door het
systeem herkend dan de teksten die een
gebruiker zelf opneemt.
WAT HOUDT SPRAAKBEDIENING IN?
HOE SCHAKEL IK DE SPRAAKHERKEN-
NING IN?
HOE KAN IK DE SPRAAKHERKENNING
UITSCHAKELEN?