Operation Manual

II
65
Bedieningen bij de
schakelhendel
Zet de schakelhendel in de stand
M en:
- verplaats de hendel om in een
hogere versnelling te schakelen,
- trek de hendel naar u toe om
in een lagere versnelling te
schakelen.
Flippers bij het stuur
Zet de versnellingshendel in de
stand M: via de flippers bij het
stuur kunt u nu schakelen in zes
vooruitversnellingen.
In een andere versnelling schakelen:
- trek de “+” flipper naar u toe
om in een hogere versnelling te
schakelen,
- trek de “-” flipper naar u toe
om in een lagere versnelling te
schakelen.
Let op: met de flippers kan
de versnellingsbak niet vrij
worden gezet. Ook kan de
achteruitversnelling er niet mee
worden in- of uitgeschakeld.
Opmerkingen:
Wanneer u remt of langzamer gaat
rijden, schakelt de versnellingsbak
automatisch in een lagere
versnelling.
Bij gebruik van de handbediende
stand hoeft u het gaspedaal niet
los te laten tijdens het schakelen.
U kunt alleen in een andere
versnelling schakelen als het
toerental dat toelaat.
Bij hevig accelereren kan alleen in een hogere versnelling worden
geschakeld door ingrijpen van de bestuurder via
de schakelhendel of de flippers bij het stuur.
ELEKTRONISCH BEDIENDE ZES-VERSNELLINGSBAK
H A N D B E D I E N D E S T A N D