Operation Manual

1
II
76
In de voor- en achterbumper
van uw auto bevinden zich
afstandssensoren.
Wanneer u met lage snelheid
(onder 10 km/uur) voor- of
achteruitrijdt en zich in het
detectiegebied een obstakel
bevindt, wordt u op de volgende
manieren gewaarschuwd:
- een geluidssignaal via de
luidsprekers voor of achter,
- de weergave van het silhouet van
uw auto, waarbij de plek van het
gedetecteerde obstakel wordt
aangegeven via lichtblokjes.
Wanneer de auto een obstakel
nadert, geeft een geluidssignaal
via een van de luidsprekers de
plaats van het obstakel aan
(linksvoor, rechtsvoor, linksachter,
rechtsachter).
Uitvoering NaviDrive met
kleurenscherm
Uitvoering Display C en
NaviDrive met monochroom
scherm
- Naarmate de auto het obstakel
nadert, wordt het geluidssignaal
almaar sneller en komen de
lichtblokjes steeds dichter bij de
auto.
- Wanneer het obstakel zich
op minder dan 25 centimeter
afstand van de achterkant
van de auto bevindt, wordt het
geluidssignaal omgezet in een
continu signaal en verschijnt de
waarschuwingstekst LET OP (of
ATTENTION) op het display.
Activeren / Uitschakelen
U kunt de parkeerhulp aan- of
uitzetten door op 1 te drukken.
Wanneer de parkeerhulp uitge-
schakeld is, brandt het lampje.
De in- c.q. uitgeschakelde stand
wordt vastgelegd bij afzetten van
de motor.
Let op: het systeem wordt
automatisch uitgeschakeld wan-
neer u een aanhanger aan de
auto koppelt.
De montage van een trekhaak
dient te gebeuren door een
CITROËN erkend bedrijf.
P A R K E E R H U L P