Operation Manual

III
84
Bedieningspaneel
3 - Temperatuurregeling links
4 - Temperatuurregeling rechts
1 - Display
2 - Automatische werking
Dit is de normale gebruiksstand.
Wanneer u op deze toets drukt en A/C en AUTO op het
display worden weergegeven, worden de volgende vijf
functies automatisch en afhankelijk van de ingestelde
temperatuur geregeld:
- Luchttoevoer
- Interieurtemperatuur
- Luchtverdeling
- Airconditioning
- Recirculatie van de interieurlucht.
Het verdient daarom aanbeveling in deze situatie alle
ventilatieroosters open te houden.
Let op: om te voorkomen dat bij koud of vochtig weer
de ruiten beslaan, wordt het gebruik van de stand
AUTO aanbevolen.
Stel de temperatuur in met de draaiknoppen 3 en 4:
- Linksom, om de temperatuur te verlagen.
- Rechtsom, om de temperatuur te verhogen.
Het verschil in temperatuur links en rechts mag niet
groter zijn dan 3ºC .
Een temperatuur van zo’n 21ºC zorgt voor een
aangenaam comfort.
U kunt de temperatuur naar wens instellen tussen
18ºC en 24ºC.
AUTOMATISCH GEREGELDE AIRCONDITIONING
MET INDIVIDUELE BEDIENING