Operation Manual

102
VIII
V E I L I G H E I D
AIRBAGS
De airbags zijn speciaal ontworpen
om de veiligheid van de inzittenden
(uitgezonderd de middelste passa-
gier achter) te verhogen bij ernstige
aanrijdingen. Ze vormen een aanvul-
ling op de werking van de veiligheids-
gordels met gordelkrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren re-
gistreren in dat geval de frontale en
zijdelingse aanrijdingen waaraan de
registratiezones voor een aanrijding
worden blootgesteld:
- bij een ernstige aanrijding wor-
den de airbags onmiddellijk op-
geblazen en beschermen de
inzittenden van de auto (uitge-
zonderd de middelste passagier
achter). Direct na de aanrijding
ontsnapt het gas snel uit de air-
bags, zodat het zicht niet wordt
belemmerd en de inzittenden de
auto eventueel kunnen verlaten,
-
bij een minder ernstige aanrijding
of een aanrijding van achteren
en in bepaalde gevallen waarbij
de auto over de kop slaat, tre-
den de airbags niet in werking.
De veiligheidsgordels zorgen in
deze situaties voor een afdoen-
de bescherming .
De airbags werken alleen als
het contact aan is.
De airbags werken slechts een-
maal. Als er een tweede aanrijding
plaatsvindt (tijdens hetzelfde of
een volgend ongeval), werken de
airbags niet meer.
Registratiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór .
B. Impactzone opzij .
Het activeren van de airbags gaat
gepaard met onschadelijke rook-
vorming en een knal, als gevolg
van de activering van de pyrotech-
nische lading die in het systeem is
geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar
kan voor personen die hier gevoe-
lig voor zijn irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordt ge-
produceerd, kan het gehoor gedu-
rende een korte periode enigszins
verminderen.
Airbags vóór
De airbags vóór beschermen bij een
frontale aanrijding de bestuurder en
voorpassagier om kans op letsel aan
hoofd en borst te beperken.
De bestuurdersairbag is geïnte-
greerd in het stuurwiel en de passa-
giersairbag in het dashboard boven
het dashboardkastje.
Activering
De airbags worden - tenzij de airbag
aan passagierszijde is uitgescha-
keld - tegelijkertijd opgeblazen bij
een ernstige frontale aanrijding bin-
nen (een gedeelte van) de impact-
zone vóór ( A ), over de lengteas van
de auto, vanaf de voorzijde richting
de achterzijde.
De airbag vóór wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór en het
dashboard om te verhinderen dat
deze naar voren wordt geworpen.