Operation Manual

117
IX
R I J D E N
Overschrijden van de
ingestelde snelheid
Het gaspedaal is uitgerust met een
eindstandschakelaar. Deze schake-
laar wordt bediend door het gaspe-
daal volledig in te drukken, zodat het
altijd mogelijk is de ingestelde maxi-
mumsnelheid te overschrijden.
Zolang de snelheid wordt overschre-
den, knippert de snelheidsaandui-
ding.
U hoeft vervolgens alleen maar het
gaspedaal los te laten, zodat de
auto vertraagt tot onder de maxi-
mumsnelheid en de functie opnieuw
wordt geactiveerd.
Als tijdens de snelheidsbegrenzing
het systeem niet in staat is de maxi-
mumsnelheid aan te houden (met
name bij een steile afdaling of een
te snelle acceleratie), gaat de snel-
heidsaanduiding knipperen. Pas zo
nodig uw tempo aan.
De functie wordt opnieuw geacti-
veerd als uw snelheid weer onder de
ingestelde maximumsnelheid komt.
Uitschakelen
Door het draaien van de kartel-
knop 1 van de stand "LIM" naar
de stand 0 .
Bij het afzetten van de motor.
De eerder ingestelde snelheid blijft
opgeslagen.
Storing
Bij een storing verschijnt een mel-
ding op het instrumentenpaneel,
terwijl u een geluidssignaal hoort en
het SERVICE-lampje oplicht.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk.
Bij een steile afdaling of bij een snelle
acceleratie kan de snelheidsbegren-
zer niet voorkomen dat de ingestel-
de snelheid wordt overschreden.
Het gebruik van niet door CITROËN
goedgekeurde automatten kan het
indrukken van het gaspedaal hinde-
ren en de werking van de snelheids-
begrenzer belemmeren.
Voorkom dat de pedalen blokkeren:
- zorg dat de matten correct zijn
geplaatst,
- leg nooit meerdere matten over
elkaar.