Operation Manual

118
IX
R I J D E N
SNELHEIDSREGELAAR
Dit systeem houdt de snelheid van
de auto automatisch op een door de
bestuurder ingestelde waarde, zon-
der dat hij daarvoor het gaspedaal
ingetrapt hoeft te houden.
U schakelt de snelheidsregelaar
handmatig in. Hiertoe moet de auto
wel met een minimale snelheid van
40 km/h rijden en dient ook nog aan
de volgende voorwaarden te zijn
voldaan:
- de handbediende versnellings-
bak moet in de vierde versnelling
geschakeld zijn,
- bij een elektronisch bediende
handgeschakelde versnellings-
bak of automatische versnel-
lingsbak in de sequentiële stand
moet de tweede versnelling zijn
ingeschakeld,
- stand A van de elektronisch be-
diende handgeschakelde ver-
snellingsbak of stand D van de
automatische versnellingsbak
moet ingeschakeld zijn.
De bestuurder dient zich ondanks
het gebruik van de snelheidsregelaar
te allen tijde te houden aan de gel-
dende snelheidsbeperkingen, oplet-
tend te zijn en zich verantwoordelijk
te gedragen.
Bedieningsorganen bij het
stuur
De toetsen van de snelheidsregelaar
bevinden zich links van het stuur.
Weergave op het
instrumentenpaneel
De informatie over de programmering
wordt weergegeven op het display in
het instrumentenpaneel bij A.
Programmeren
Draai kartelknop 1 in de stand
REG .
Inschakelen
Bij selectie van de functie met kar-
telknop 1 wordt nog geen kruis-
snelheid opgeslagen.
Druk op toets 2 of toets 4 als met
behulp van het gaspedaal de ge-
wenste snelheid is bereikt. Deze
kruissnelheid wordt opgeslagen en
wordt tevens weergegeven op het
instrumentenpaneel, bij A .
U kunt nu het gaspedaal loslaten.
De auto houdt de gekozen snelheid
automatisch aan.
De snelheid van de auto kan
enigszins variëren ten opzichte van
de ingestelde snelheid.
U kunt de in het instrumentenpaneel
weergegeven geprogrammeerde
snelheid aanpassen door het in-
drukken van:
toets 4 om de snelheid te
verhogen,
toets 2 om de snelheid te
verlagen.
Door de betreffende toets snel
achter elkaar in te drukken kunt u
de kruissnelheid wijzigen in stappen
van 1 km/h en, door de toets lang
ingedrukt te houden, in stappen van
5 km/h.