Operation Manual
155
XI
P R A K T I S C H E I N F O R M A T I E
SLEPEN VAN UW
AUTO
U kunt uw auto laten slepen door een
andere auto of een andere auto sle-
pen met behulp van het sleepoog.
Toegang tot het gereedschap
Het gereedschap is opgeborgen on-
der de vloerplaat in de koffer.
Om het gereedscap te bereiken:
open de achterklep,
til de vloerplaat op,
klik de gereedschapsdoos los uit
de bevestiging en trek deze naar
buiten.
Slepen van uw auto
Maak het klepje in de voorbum-
per los door op de bovenkant
links te drukken en aan de rech-
terkant te trekken.
Draai het sleepoog vast tot de
aanslag.
Bevestig de sleepstang.
Schakel de alarmknipperlichten
van uw auto in.
Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij de ge-
stuurde handgeschakelde ver-
snellingsbak of automatische
transmissie).
Slepen van een andere
auto
Maak het klepje in de achterbum-
per los door er op de onderkant
op te drukken en aan de boven-
kant te trekken.
Draai het sleepoog vast tot de
aanslag.
Bevestig de sleepstang.
Schakel de alarmknipperlichten
van de te slepen auto in.
Het niet opvolgen van deze bij-
zonderheid kan er toe leiden dat
bepaalde onderdelen van het rem-
systeem beschadigd raken en dat
de rembekrachtiger na het starten
mogelijk niet meer werkt.
Gebruik voor het slepen van een
auto met de vier wielen op de
grond altijd een sleepstang.
Laat het takelen van de auto (met
twee wielen op de grond) uitslui-
tend uitvoeren door een professio-
neel takelbedrijf.
Bij het slepen van de auto met
stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.