Operation Manual
23
1
1
2
2
1
1
3
3
2
2
Druk op de toets MENU en selecteer achtereenvolgens de
functies CONFIGURATIE, GELUID en ACTIVEREN EXTERNE
GELUIDSBRON om de AUX-ingang van de autoradio te activeren.
Sluit het externe apparaat (MP3-speler…)
aan op de JACK-aansluiting of op de
audioaansluitingen (wit en rood, type
RCA) in het dashboardkastje met een
geschikte kabel.
Druk herhaalde malen op de toets
SOURCE om AUX te selecteren.
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via de externe
apparatuur zelf.
Het is niet mogelijk om bestanden vanaf de externe apparatuur naar
de harde schijf te kopiëren.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
JACK-/RCA-AUDIOKABEL NIET BIJGELEVERD
AUDIO-CD-WISSELAAR
EEN CD AFSPELEN
Plaats de CD's één voor één in een
CD-wisselaar met meerdere openingen
(zonder MP3-afspeelmogelijkheid).
Druk, bij een wisselaar met één opening
(met MP3-afspeelmogelijkheid), op
LOAD, kies het nummer van de CD en
plaats de CD vervolgens of druk lang op
LOAD en plaats de CD's één voor één.
Druk herhaalde malen op de toets
SOURCE en selecteer de
CD-WISSELAAR.
Druk op een van de toetsen van het
alfanumerieke toetsenbord om de
desbetreffende CD te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de CD te selecteren.
Het is niet mogelijk om de bestanden vanaf een CD in de
CD-wisselaar naar de harde schijf te kopiëren.
CD-WISSELAAR