Operation Manual

28
1
1
2
2
3
3
5
5
6
6
4
4
06
BELLEN
BELLEN MET EEN CONTACTPERSOON
Draai aan de knop om de functie
NUMMER KIEZEN te selecteren.
Druk op de toets OPNEMEN om het
snelmenu van de telefoon weer te
geven.
Druk op de knop om de selectie te
bevestigen.
Toets het nummer van uw
contactpersoon in op het
alfanumerieke toetsenbord.
Druk op de toets OPNEMEN om naar
het gekozen nummer te bellen.
Druk op de toets OPHANGEN om het
gesprek te beëindigen.
EEN GESPREK ACCEPTEREN OF
WEIGEREN
Druk op de toets OPNEMEN om een
gesprek te accepteren.
Druk op de toets OPHANGEN om
een gesprek te weigeren.
Door de toets TEL op het stuurwiel lang in te
drukken krijgt u toegang tot het telefoonmenu:
logboek gesprekkenlijst, contacten, voicemail.
Druk op MENU om de gebruikte telefoon te kiezen, selecteer achtereenvolgens TELEMATICA,
BLUETOOTH FUNCTIES, WIJZE VAN ACTIVEREN BLUETOOTH. Naar keuze:
- NIET ACTIEF: gebruik van de interne telefoon,
- ACTIEF EN ZICHTBAAR: gebruik van de Bluetooth-telefoon, zichtbaar vanaf alle telefoons,
- ACTIEF EN NIET ZICHTBAAR: gebruik van de Bluetooth-telefoon, onzichtbaar vanaf de andere
telefoons, aansluiten van een nieuwe telefoon niet mogelijk.
Selecteer GESPREKKENLIJST of CONTACTEN en druk op OK.
Kies het gewenste nummer en bevestig om te bellen.
NUMMER KIEZEN