Operation Manual

24
I
C O N T R O L E T I J D E N S H E T R I J D E N
Verklikkerlampjes
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet,
gaan de waarschuwingslampjes en-
kele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moe-
ten deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, contro-
leer dan voordat u gaat rijden welke
functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen
gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
Verklikkerlampjes kunnen constant
branden of knipperen.
Een aantal verklikkerlampjes heeft
beide mogelijkheden. Of het con-
stant branden of knipperen van een
verklikkerlampje duidt op een sto-
ring, is afhankelijk van de werkings-
fase van de auto.
Verklikkerlampjes tijdens het rijden
De volgende verklikkerlampjes ge-
ven aan dat de desbetreffende func-
tie is ingeschakeld.
Mistlampen vóór.
Richtingaanwijzer links.
Parkeerlichten.
Grootlicht.
Dimlicht.
Richtingaanwijzer rechts.
Mistachterlicht.
De verklikkerlampjes geven de be-
stuurder informatie over de werking
van een systeem (ingeschakeld of
uitgeschakeld) of waarschuwen de
bestuurder in het geval van een sto-
ring (waarschuwingslampje).