Operation Manual

54
III
C O M F O R T
SPIEGELS
Buitenspiegels
De verstelbare buitenspiegels zor-
gen voor het benodigde zicht naar
achteren bij een inhaalmanoeuvre
of het parkeren van de auto. De
buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt voor het parkeren in een
smalle straat.
Verstellen
Zet het contact aan:
zet de knop A naar links of rechts
om de desbetreffende spiegel te
selecteren,
duw de knop B in de 4 richtingen
om de spiegel af te stellen,
zet de knop A weer in het
midden.
De weergegeven objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan
ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden ge-
houden om de afstand ten opzichte
van achteropkomend verkeer goed
in te schatten.
Inklappen
van buitenaf: vergrendel de auto
met de afstandsbediening of de
sleutel.
vanuit het interieur: trek bij aan-
gezet contact de schakelaar A
naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt
met behulp van de schakelaar A ,
worden ze niet automatisch uitge-
klapt als de auto wordt ontgrendeld.
Trek nogmaals de schakelaar A
naar achteren om de buitenspiegels
uit te klappen.
Uitklappen
van buitenaf: ontgrendel de auto
met de afstandsbediening of de
sleutel.
vanuit het interieur: trek bij aan-
gezet contact de schakelaar A
naar achteren.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
gedeactiveerd door het CITROËN-
netwerk.
Automatisch kantelen
buitenspiegels bij het
achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het
achteruit inparkeren naar de grond
worden gericht.
Programmeren
Schakel bij draaiende motor de
achteruitversnelling in.
Selecteer en verstel achtereen-
volgens de linker en rechter bui-
tenspiegel.
De ingestelde standen worden di-
rect opgeslagen.
Uitschakelen
Haal de versnellingsbak uit de
achteruitversnelling en wacht
tien seconden.
of
Zet de schakelaar A in de mid-
delste stand.
De buitenspiegel keert terug naar de
oorspronkelijke stand.
De buitenspiegel keert ook terug
naar de oorspronkelijke stand:
- zodra sneller wordt gereden dan
10 km/h,
- als de motor wordt afgezet.
Inschakelen
Schakel bij draaiende motor de
achteruitversnelling in.
Beweeg de schakelaar A naar
rechts of links om de desbetref-
fende buitenspiegel te selecteren.
De geselecteerde buitenspiegel wordt
in de geprogrammeerde stand gericht.
Het ontdooien/ontwasemen van de
buitenspiegels is gekoppeld aan die
van de achterruitverwarming.