Operation Manual
56
IV
T O E G A N G T O T D E A U T O
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
U kunt om de auto te ontgrendelen of ver-
grendelen de centrale vergrendeling bedie-
nen met de sleutel in het portierslot of met de
afstandsbediening. De sleutel met afstands-
bediening dient tevens voor het lokaliseren
van de auto, de follow-me home functie, het
starten van de auto en de diefstalbeveiliging.
Openen van de auto
Ontgrendelen met de
afstandsbediening
Uitklappen van de sleutel
Druk op de knop A om de sleutel
uit te klappen.
Druk op het geopende
hangslot om de auto te
ontgrendelen.
Ontgrendelen met de sleutel
Draai de sleutel linksom in het
slot van het bestuurdersportier
om de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 seconden
snel knipperen van de richtingaanwij-
zers en het branden van de plafonnier.
Afhankelijk van de uitvoering van de
auto klappen tegelijkertijd de buiten-
spiegels uit.
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer 2 se-
conden branden van de richtingaan-
wijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van
de uitvoering van de auto, de buiten-
spiegels ingeklapt.
Sluiten van de auto
Normale vergrendeling met de
afstandsbediening
Druk op het gesloten
hangslot om de auto te
vergrendelen.
Druk langer dan 2 seconden op
het gesloten hangslot om ook de
ruiten te sluiten.
Als een van de portieren of de ach-
terklep geopend is, werkt de cen-
trale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zon-
der dat binnen 30 seconden een
van de portieren wordt geopend,
wordt de auto automatisch weer
vergrendeld.
Het in- en uitklappen van de bui-
tenspiegels met de afstandsbe-
diening kan worden uitgeschakeld
door het CITROËN-netwerk.
Normale vergrendeling met de
sleutel
Draai de sleutel rechtsom in het
slot van het bestuurdersportier
om de auto te vergrendelen.