Operation Manual
67
IV
T O E G A N G T O T D E A U T O
ACHTERKLEP
Druk, nadat de auto met de af-
standsbediening of de sleutel
volledig is ontgrendeld, van on-
deren tegen de bediening 1 tus-
sen de kentekenplaatlichten en
trek de achterklep omhoog.
Trek de achterklep omlaag met
behulp van een van de twee
handgrepen 2 aan de binnen-
zijde van de achterklep.
Druk de achterklep vervolgens in
het slot.
- gaat bij draaiende mo-
tor het controlelampje
branden en verschijnt
gedurende enkele secon-
den een melding op het
multifunctionele display,
- gaat tijdens het rijden (snelheid
hoger dan 10 km/h) het contro-
lelampje branden in combinatie
met een geluidssignaal en - ge-
durende enkele seconden - een
melding op het multifunctionele
display.
Als de achterklep niet goed is ge-
sloten:
Openen Sluiten
Noodbediening
Hiermee kan bij een lege accu of
een eventuele storing in de centrale
vergrendeling de achterklep mecha-
nisch ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
Klap de achterbank naar voren
om bij het slot in de bagageruim-
te te komen.
Steek een kleine schroeven-
draaier in de opening A van het
slot om de achterklep te ontgren-
delen.
Duw het witte gedeelte aan de
binnenkant van het slot naar
links om de achterklep te ont-
grendelen.