Operation Manual

73
Z I C H T
V
Automatische verlichting
Het parkeerlicht en het dimlicht wor-
den automatisch ingeschakeld als
de lichtsterkte van de omgeving
onvoldoende is of in bepaalde ge-
vallen dat de ruitenwissers worden
ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld
als de lichtsterkte van de omgeving
weer voldoende is of nadat het wis-
sen is gestopt.
Inschakelen
Draai de ring A in de stand
"AUTO" . Het inschakelen wordt
bevestigd door een melding op
het multifunctionele display.
Uitschakelen
Draai de ring A in een andere
stand dan de stand "AUTO" . Het
uitschakelen wordt bevestigd
door een melding op het multi-
functionele display.
Koppeling met de automatische
follow me home-verlichting
De koppeling van dit systeem aan
de automatische verlichting biedt de
volgende extra mogelijkheden:
- instellen van de duur van de
follow me home-verlichting
(15, 30 of 60 seconden) via het
confi guratiemenu van de auto
op het multifunctionele display
(bij het monochroom scherm A,
is de duur vast),
- automatische inschakeling van
de follow me home-verlichting
als de automatische verlichting
is ingeschakeld.
Storing
Bij een storing in de lichtsensor gaat
de verlichting branden en verschijnt
een melding op het multifunctionele
display, in combinatie met een ge-
luidssignaal.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk.
Als de lichtsensor bij mist of sneeuw
voldoende licht waarneemt, wordt
de verlichting niet automatisch in-
geschakeld.
Dek de met de regensensor ge-
combineerde lichtsensor die zich
in het midden van de voorruit ach-
ter de binnenspiegel bevindt, niet
af. De aan de sensor gekoppelde
functies worden dan niet meer be-
diend.
KOPLAMPEN HANDMATIG
VERSTELLEN
Verstel de hoogte van de koplam-
pen met halogeenlampen afhanke-
lijk van de belading van uw auto om
verblinding van medeweggebruikers
te voorkomen.
Draai hiertoe de bediening op het
dashboard, links van de bestuurder,
in de juiste stand:
0. 1 of 2 personen voorin.
-. 3 personen.
1. 5 personen.
-. Tusseninstelling.
2. 5 personen + maximaal toege-
stane belading.
-. Tusseninstelling.
3. Bestuurder + maximaal toege-
stane belading.
Stand "0" : basisinstelling.
Bij auto's die zijn uitgerust met
xenonverlichting wordt de koplamp-
hoogte automatisch aangepast.