Operation Manual

79
VI
I N D E L I N G E N
ZONNEKLEPPEN
VENSTERS VOOR
PARKEER-/TOLKAARTEN
De thermisch isolerende voorruit
beperkt de opwarming van het in-
terieur door zonnestralen (ultravio-
lette straling) te lteren. De voorruit
bevat bovendien een refl ecterende
laag die radiogolven tegenhoudt
(bijvoorbeeld bij tolpoorten met
elektronische betaling).
Hierin kunt u parkeer- en/of tolkaar-
ten plaatsen.
Deze vensters bevinden zich aan
weerszijden van de voet van de bin-
nenspiegel op de voorruit.
Op deze plaatsen is de thermisch
isolerende voorruit niet-refl ecterend.
De zonnekleppen beschermen de
bestuurder en de voorpassagier te-
gen het zonlicht van voren en van
opzij. Tevens zijn ze voorzien van
een verlichte make-upspiegel.
Open, als het contact aan is, het
klepje. Het lampje gaat automa-
tisch branden.
Klap de zonneklep neer om te voor-
komen dat u verblind wordt door de
zon.
Schijnt de zon van opzij via de por-
tierruiten naar binnen, maak dan de
zonneklep bij de binnenspiegel los
en klap hem naar de zijruit toe om.
PANORAMADAK MET GLAS
U hebt de beschikking over een pa-
noramadak met getint glas, waar-
door de lichtinval en het zicht in het
interieur worden vergroot. Het dak is
voorzien van twee afzonderlijk hand-
matig bedienbare zonneschermen,
ter verbetering van het thermische
comfort in het interieur.
Openen
Licht de handgreep van het be-
treffende zonnescherm op en laat
het los.
Elk zonnnescherm is voorzien van een
oprolmechanisme waardoor het opge-
borgen wordt zodra u het loslaat.
Sluiten
Zonnescherm voor
Trek het zonnescherm naar ach-
teren tot het vergrendelt.
Zonnescherm achter
Trek het zonenscherm naar vo-
ren tot het vergrendelt.