Operation Manual
8
Storingen verhelpen
257
C4-2_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed02-2015
Uitvoering met 3D-lampen
(type 2)
1. Remlicht (P21W).
2. Parkeerlicht (R10W).
3. Richtingaanwijzers (PY21W,
amberkleurig).
4. Mistachterlicht, links (P21W).
5. Achteruitrijlicht, rechts (P21W).
Toegang tot de achterlichten
Amberkleurige lampen zoals de
richtingaanwijzers, moeten vervangen
worden door lampen met dezelfde
specificaties en kleur.
De achterlichten op de achterklep
hebben geen lichtfunctie en zijn
uitsluitend om esthetische redenen
aangebracht.
Achterlichten
Uitvoering met conventionele
lampen (type 1)
1. Remlicht/parkeerlicht (P21/5W).
2. Richtingaanwijzers (PY21W,
amberkleurig).
3. Achteruitrijlichten (P21W).
4. Mistachterlichten (P21W).
U hebt een platte schroevendraaier en een
pijpsleutel met een diameter van 10 mm nodig.
De vier lampen kunnen van buitenaf worden
vervangen:
F open de achterklep,
F verwijder het luikje in de bekleding aan de
desbetreffende zijkant,
F neem de stekker van de lamp los,
F plaats een doek onder in de behuizing om
te voorkomen dat u de moer kwijtraakt bij
het losdraaien,
F draai de zeskante moer met de pijpsleutel
los en verwijder de moer met de hand,
F haal de lichtunit voorzichtig tevoorschijn
door deze recht naar buiten te trekken.