Operation Manual

V
98
ZICHT
V
ERSTELLING VAN DE
X
ENONKOPLAMPEN
Om verblinding van andere wegge-
bruikers te voorkomen corrigeert dit
systeem automatisch en bij stilstaan-
de auto de hoogte van de lichtbundel
van de xenonlampen, afhankelijk van
de belading van de auto.
In het geval van een
storing verschijnt dit
pictogram op het in-
strumentenpaneel, in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
Het systeem zet in dat geval de kop-
lampen in de lage stand.
Raak de xenonlampen niet aan.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwali ceerde werkplaats.
K
OPLAMPEN HANDMATIG
V
ERSTELLEN
Verstel de koplampen met halogeen-
lampen afhankelijk van de belading
van uw auto, om verblinding van
medeweggebruikers te voorkomen.
Verdaai hiertoe de bedieningsknop
onder het dashboard, links van de
bestuurder.
0. 1 of 2 personen voorin.
-. 3 personen.
1. 4 tot 7 personen.
-. Tusseninstelling.
2. 4 tot 7 personen + maximaal
toegestane belading.
-. Tusseninstelling.
3. Bestuurder + maximaal toege-
stane belading.
Stand "0" : basisinstelling.
FLANKVERLICHTING
Inschakelen
De ankverlichting wordt tijdelijk in-
geschakeld:
- bij het ontgrendelen van de auto,
- door het indrukken van de ver-
lichtingstoets van de afstands-
bediening,
- bij het afzetten van het contact
als de automatische follow me
home-verlichting is ingeschakeld,
- bij het verwijderen van de con-
tactsleutel,
- bij het openen van een portier,
- bij het lokaliseren van de auto
via de afstandsbediening.