Operation Manual

VIII
135
VEILIGHEID
AIRBAGS
De airbags zijn speciaal ontworpen
om de veiligheid van de inzittenden
(uitgezonderd de middelste passa-
gier achter) te verhogen bij ernstige
aanrijdingen. Ze vormen een aan-
vulling op de werking van de veilig-
heidsgordels met gordelkrachtbe-
grenzers.
De elektronische schoksensoren re-
gistreren in dat geval de frontale en
zijdelingse aanrijdingen waaraan de
registratiezones voor een aanrijding
worden blootgesteld:
-
bij een ernstige aanrijding worden
de airbags onmiddellijk opgebla-
zen en beschermen de inzittenden
van de auto (uitgezonderd de mid-
delste passagier achter). Direct na
de aanrijding ontsnapt het gas snel
uit de airbags, zodat het zicht niet
wordt belemmerd en de inzittenden
de auto eventueel kunnen verlaten,
- bij een minder ernstige aanrijding of
een aanrijding van achteren en in
bepaalde gevallen waarbij de auto
over de kop slaat, treden de airbags
niet in werking. De veiligheidsgor-
dels zorgen in deze situaties voor
een afdoende bescherming
De airbags werken alleen als
het contact aan is.
De airbags werken slechts een-
maal. Als er een tweede aanrijding
plaatsvindt (tijdens hetzelfde of
een volgend ongeval), werken de
airbags niet meer.
Registratiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór
B. Impactzone opzij
Het activeren van de airbags gaat
gepaard met onschadelijke rook-
vorming en een knal, als gevolg
van de activering van de pyrotech-
nische lading die in het systeem is
geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar
kan voor personen die hier gevoe-
lig voor zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordt ge-
produceerd, kan het gehoor gedu-
rende een korte periode enigszins
verminderen.
Airbags vóór
De airbags vóór beschermen bij een
frontale aanrijding de bestuurder en
voorpassagier om kans op letsel aan
hoofd en borst te beperken.
De bestuurdersairbag is geïnte-
greerd in het stuurwiel en de passa-
giersairbag in het dashboard boven
het dashboardkastje.
Activering
De beide airbags treden gelijktijdig in
werking - behalve wanneer de fron-
tairbag aan passagierszijde is uitge-
schakeld - bij een krachtige frontale
aanrijding binnen de zone voor fron-
tale aanrijdingen ( A ), waarbij de in-
werkende krachten de hartlijn van de
auto in het horizontale vlak naar de
achterzijde van de auto toe volgen.
De frontairbag wordt opgeblazen tus-
sen de inzittende voorin de auto en
het dashboard, om de inzittende op te
vangen bij het naar voren bewegen.