Operation Manual

VIII
137
VEILIGHEID
* Volgens land van bestemming.
Zijairbags *
De zijairbags beschermen de be-
stuurder en voorpassagier bij een
ernstige zijdelingse aanrijding, om
de kans op borstletsel te verkleinen.
De zijairbags zijn aan de zijde van
de portieren in de rugleuningen van
de voorstoelen aangebracht.
Activering
De zijairbags worden bij een ern-
stige zijdelingse aanrijding binnen
(een gedeelte van) de impactzone
aan de zijkant ( B ) aan de desbetref-
fende zijde opgeblazen. Dit gebeurt
loodrecht op de lengteas van de
auto, vanaf de buitenzijde.
De zijairbag wordt opgeblazen tus-
sen de inzittende vóór en het desbe-
treffende portierpaneel.
Registratiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór
B. Impactzone opzij
Hoofdairbags *
De hoofdairbags beschermen de
bestuurder en passagiers (uitgezon-
derd de middelste passagier achter)
bij een ernstige zijdelingse aanrij-
ding, om de kans op hoofdletsel te
verkleinen.
De hoofdairbags zijn aangebracht in
de stijlen en het bovenste gedeelte
van het interieur.
Activering
De hoofdairbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige
aanrijding van opzij binnen (een ge-
deelte van) de impactzone aan de
zijkant ( B ). Dit gebeurt loodrecht op
de lengteas van de auto, vanaf de
buitenzijde richting de binnenzijde
van de auto.
De hoofdairbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór of achter
in de auto en de ruiten.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding
of bij over de kop slaan, kan het
zijn dat de airbag niet wordt geac-
tiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of
een frontale aanrijding wordt de
airbag niet geactiveerd.
Als dit controlelampje op het
instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele dis-
play, raadpleeg dan het CITROËN-
netwerk of een gekwali ceerde
werkplaats om het systeem te laten
controleren. De kans bestaat dat de
airbags bij een ernstige aanrijding niet
worden geactiveerd.
Storing
* Volgens land van bestemming.