Operation Manual

IX
147
RIJDEN
HANDGESCHAKELDE
V
ERSNELLINGSBAK MET
5 VERSNELLINGEN
Starten van de motor
) Controleer of de versnellingshen-
del in de neutraalstand staat.
) Geef geen gas.
) Bij een auto met dieselmotor;
draai de contactsleutel in de
stand M . Als het voorgloeilampje
brandt, wacht dan totdat dit ge-
doofd is.
) Bedien de startmotor door de
sleutel om te draaien totdat
de motor aanslaat (maximaal
10 seconden).
) Trap bij temperaturen beneden
0°C tijdens het starten het kop-
pelingspedaal in, om de startpro-
cedure te vergemakkelijken.
Schakel de achteruitversnelling al-
leen in als de auto stilstaat en de
motor stationair draait.
Inschakelen van de
achteruitversnelling
) Beweeg de versnellingshendel
eerst naar rechts en dan naar
achteren.