Operation Manual

IX
166
RIJDEN
INTELLIGENTE
PARKEERHU
L
P
Dit systeem meet de afmetingen
van een parkeerplek tussen twee
auto's of obstakels en geeft informa-
tie over:
- de mogelijkheid te parkeren in
een lege parkeerplaats, aan de
hand van een model van uw auto
en de benodigde afstanden voor
het manoeuvreren,
- de moeilijkheidsgraad van het
inparkeren.
Het systeem meet geen parkeer-
ruimtes op waarvan de afmetingen
aanmerkelijk groter of kleiner zijn
dan het model van de auto.
Weergave op het
instrumentenpaneel
Het controlelampje van de
intelligente parkeerhulp kan
drie verschillende toestan-
den aangeven:
- gedoofd: de functie is niet inge-
schakeld,
- permanent brandend: de func-
tie is ingeschakeld, maar er is
nog niet aan de meetvoorwaar-
den voldaan (richtingaanwijzer
niet bediend, snelheid te hoog)
of de meting is beƫindigd,
- knipperend: bezig met meten,
of de melding wordt weergege-
ven.
U kunt de intelligente parkeerhulp
inschakelen door de schakelaar A
in te drukken. Een constant bran-
dend controlelampje geeft aan dat
de functie geselecteerd is.