Operation Manual

IX
167
RIJDEN
Werking
U hebt een beschikbare parkeerplek
ontdekt:
) Druk op de schakelaar A om de
functie in te schakelen.
) Schakel de richtingaanwijzer aan
de zijde van de parkeerplek in.
) Rijd tijdens de meting langs de
parkeerplek, met een snelheid
van minder dan 20 km/h, en be-
reid u voor op het inparkeren.
Het systeem meet nu de afme-
tingen van de plek.
) Het systeem geeft de moeilijk-
heidsgraad voor het inparkeren
aan met een melding op het mul-
tifunctionele display, in combina-
tie met een geluidssignaal.
Inparkeren mogelijk
Inparkeren moeilijk
Inparkeren niet aanbevolen
De functie kan de volgende meldin-
gen weergeven:
De functie wordt automatisch uitge-
schakeld:
- bij het inschakelen van de ach-
teruitversnelling,
- bij het afzetten van het contact,
- vijf minuten na het selecteren
van de functie of de laatste me-
ting,
- als gedurende langer dan een
minuut met meer dan 70 km/h
wordt gereden.
Laat het systeem bij een
storing controleren bij het
CITROËN-netwerk of een
gekwali ceerde werkplaats.
Als de zijdelingse afstand tussen
uw auto en de parkeerplek te groot
is, bestaat de kans dat het systeem
geen meting uitvoert.
- De functie blijft na elke meting
beschikbaar, zodat bij meerdere
opeenvolgende parkeerplekken
een meting kan worden uitge-
voerd.
- Let er bij slecht weer en in de
winter op dat de sensoren niet
vervuild of bevroren zijn of met
sneeuw bedekt zijn.
- De functie intelligente parkeer-
hulp schakelt de parkeerhulp aan
de voorzijde tijdens de meting uit
zolang de auto vooruitrijdt.