Operation Manual

XI
204
PRAKTISCHE INFORMATIE
De (+) klem loskoppelen
) Trek de hendel D zo ver mogelijk
omhoog om de accupoolklem E
te ontgrendelen.
Forceer de hendel niet door erop
te duwen, aangezien de accupool-
klem niet kan worden vergrendeld
als deze niet correct is geplaatst;
herhaal de procedure.
Weer aansluiten van de (+)
klem
) Plaats de geopende accupool-
klem E op de pluspool (+) van de
accu.
) Druk verticaal op de accupool-
klem om deze goed tegen de
accu aan te drukken.
) Zet de accupoolklem vast door
de hendel D omlaag te bewegen.
Starten met behulp van een
andere auto
Wanneer de accu van uw auto ontla-
den is geraakt, kan de motor worden
gestart met behulp van een hulpac-
cu (een losse accu of een accu van
een andere auto) en startkabels.
Controleer van tevoren of de
hulpaccu ook een 12V-accu
is en of de capaciteit van
deze accu minimaal gelijk is aan de
capaciteit van de lege accu.
Probeer de motor niet te starten
door een acculader op de accu aan
te sluiten.
Neem de (+) klem niet los bij draai-
ende motor.
) Sluit de rode kabel aan op de (+)
klem van de lege accu A en ver-
volgens op de (+) klem van de
hulpaccu B .
) Sluit de groene of zwarte kabel
aan op de (-) klem van de hulp-
accu B (of op het massapunt van
de auto met de hulpaccu).
) Sluit het andere uiteinde van de
groene of zwarte kabel aan op
massapunt C van de auto met
de lege accu.
) Start de motor van de auto met
de hulpaccu en laat deze enkele
minuten draaien.
) Start de motor van de auto met
de lege accu en laat deze draai-
en.
Zet als de motor niet onmiddellijk
aanslaat het contact af en wacht
even voordat u een nieuwe start-
poging doet.
) Wacht tot de motor stationair
draait en neem dan in omge-
keerde volgorde de kabels los.