Operation Manual

III
59
COMFORT
6 - Ontdooien / ontwasemen
van de achterruit
Deze functie werkt uitsluitend als de
motor draait.
) Druk toets 6 in om de achterruit-
verwarming en de verwarming
van de elektrische buitenspie-
gels in of uit te schakelen. Het
lampje gaat branden.
7 - Snel ontdooien /
ontwasemen van de ruiten
voor en achter en de
buitenspiegels
) Druk toets 7 in. Het lampje gaat
branden.
De volgende functies worden tegelij-
kertijd ingeschakeld:
- de voorruitontwaseming,
- de optimale luchthoeveelheid,
- de toevoer van buitenlucht,
- de verwarming van de buiten-
spiegels en de achterruitverwar-
ming,
- indien nodig de airconditioning.
Druk toets 7 opnieuw in om deze
functie uit te schakelen.
8 - Regeling van de
temperatuur van de
aanjagerlucht
Met deze toets kan de temperatuur
van de lucht in het interieur worden
geregeld. Deze stand kan zowel bij
lage als bij hoge temperaturen in
combinatie met de airconditioning
worden gebruikt.
De temperatuur wordt continu en
geleidelijk ingesteld van links naar
rechts.
Temperatuurinstelling
) Druk toets 9 in om de tempe-
ratuur te kunnen instellen. Het
controlelampje gaat branden.
) Draai aan schakelaar 10 om de ge-
wenste temperatuur in te stellen.
De temperatuur wordt continu en
geleidelijk ingesteld van links naar
rechts.
De achterruitverwarming
wordt automatisch uitge-
schakeld om een te hoog
stroomverbruik te vermijden.
B. BEDIENINGSPANEEL
PASSAGIERSZIJDE