Operation Manual

III
60
COMFORT
AUTOMATISCHE
AIRCONDITIONING
De airconditioning werkt uitsluitend
bij draaiende motor.
1 - Automatische
comfortregeling
Als deze toets wordt inge-
drukt, aangegeven door het
branden van de controle-
lampjes A/C en AUTO op
het display, kunnen de volgende
5 functies automatisch en afhanke-
lijk van de ingestelde temperatuur
worden aangestuurd:
- Luchthoeveelheid,
- Temperatuur in het interieur
links/rechts,
- Luchtverdeling,
- Airconditioning,
- Automatische luchtrecirculatie.
Het wordt aangeraden om alle venti-
latieroosters geopend te houden.
Om het beslaan van de binnenzijde
van de ruiten bij lage buitentempe-
raturen of vochtige omstandigheden
te voorkomen, wordt aangeraden om
de functie AUTO in te schakelen.
Om bij het wegrijden met een koude
motor te voorkomen dat een grote
hoeveelheid koude lucht het interi-
eur binnenstroomt, wordt de aanja-
gersnelheid geleidelijk tot het maxi-
mumniveau verhoogd.
2 - Temperatuurinstelling
Druk op de toets om de gewenste
temperatuur in te stellen:
- om de temperatuur te verlagen,
- + om de temperatuur te verhogen.
Een optimaal comfort kan worden
bereikt door een instelling rond de
21. Het is raadzaam om in ieder ge-
val een instelling tussen 18 en 24 te
kiezen.
Voor een optimaal comfort wordt
aangeraden een verschil in tem-
peratuurinstelling tussen links en
rechts van meer dan 3 te vermijden.
De gevoelstemperatuur in het inte-
rieur is afhankelijk van de omstan-
digheden buiten de auto en kan
hierdoor afwijken van de ingestelde
temperatuur.
Bij het instappen in de auto is het
mogelijk dat de temperatuur in het
interieur te koud (of te warm) aan-
voelt. Het wijzigen van de ingestelde
temperatuur om snel een comforta-
bele temperatuur te bereiken heeft
geen nut. Het systeem zorgt er au-
tomatisch voor dat het temperatuur-
verschil zo snel mogelijk wordt ge-
compenseerd.
Eén of meer functies handmatig
inschakelen
Het is eveneens mogelijk de func-
ties 3 , 4 , 6 en 10 handmatig te re-
gelen. De weergave van de functie
"AUTO" verdwijnt in dat geval.
Inschakelen van de temperatuur-
regeling door de bestuurder (voor-
en achterpassagiers)
Wanneer u de toets "AUTO" lang
ingedrukt houdt, worden de per-
soonlijke instellingen gewist,
waaronder de temperatuur aan
passagierszijde, en wordt de au-
tomatische regeling weer inge-
schakeld .
A. BEDIENINGSPANEEL
BESTUURDERSZIJDE