Operation Manual

III
63
COMFORT
9 - Snel ontdooien /
ontwasemen van de voor-
en achterruit
- Druk op toets 9 . Het controle-
lampje gaat branden.
Met deze functie is het moge-
lijk de auto snel te ontwase-
men en te ontdooien door het
tegelijkertijd inschakelen van:
- de voorruitontwaseming met een
optimale temperatuur,
- een optimale luchttoevoer,
- de toevoer van buitenlucht,
- het ontdooien en ontwasemen
van de buitenspiegels en de
achterruitverwarming,
- de airconditioning, indien nood-
zakelijk.
Druk opnieuw op toets 9 of op de
toets AUTO als u deze functie uit
wilt schakelen. De ontdooifunctie
van de buitenspiegels evenals de
achterruitverwarming blijven inge-
schakeld.
10 - Airconditioning
) Druk op schakelaar 10 om de
airconditioning in te schakelen.
Controlelampje A/C gaat branden.
B. BEDIENINGSPANELEN
P
ASSAGIERS
11. Voorpassagier
De voorpassagier kan de tempera-
tuur voor zichzelf onafhankelijk en
op elk moment regelen met de toet-
sen + en - .
De voorpassagier stelt zelf
de gewenste temperatuur in.
De temperatuur voor de
voorpassagier is gelijk aan
die voor de bestuurder.
12. Achterpassagiers (rechts/
links)
Standaard is de stand
AUTO ingeschakeld,
waarbij de luchttoe-
voer gelijk is aan die
aan de voorzijde.
) Draai aan de scha-
kelaar om de lucht-
toevoer te verlagen
of te verhogen.
U kunt de luchttoevoer uitsluitend
regelen als de bestuurder dit heeft
vrijgegeven (zie toets 6 van het be-
dieningspaneel voor de bestuurder).
Bij auto's met een Stop & Start-
systeem geldt dat zolang de voor-
ruitontwaseming in werking is, de
STOP-functie niet beschikbaar is.