Operation Manual

III
76
COMFORT
SPIEGELS
Buitenspiegels
De verstelbare buitenspiegels zor-
gen voor het benodigde zicht naar
achteren bij een inhaalmanoeuvre
of het parkeren van de auto. De
buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt voor het parkeren in een
smalle straat.
Verstellen
Zet het contact aan:
) zet de knop A naar links of rechts
om de desbetreffende spiegel te
selecteren,
) duw de knop B in de 4 richtingen
om de spiegel af te stellen,
) zet de knop A weer in het mid-
den.
De weergegeven objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan
ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden ge-
houden om de afstand ten opzichte
van achteropkomend verkeer goed
in te schatten.
Inklappen
) Van buitenaf: vergrendel de auto met
de afstandsbediening of de sleutel.
) Vanuit het interieur: trek bij aange-
zet contact de schakelaar A vanuit
de middelste stand naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt
met behulp van de schakelaar A , wor-
den ze niet automatisch uitgeklapt als
de auto wordt ontgrendeld. Trek nog-
maals de schakelaar A naar achteren
om de buitenspiegels uit te klappen.
Uitklappen
) Van buitenaf: ontgrendel de auto
met de afstandsbediening of de
sleutel.
) Vanuit het interieur: trek bij aan-
gezet contact de schakelaar A
vanuit de middelste stand naar
achteren.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
gedeactiveerd door het CITROËN-
netwerk of door een gekwali ceerde
werkplaats.
Klap de elektrisch bediende spiegels
nooit handmatig in of uit.
Automatisch kantelen
buitenspiegels bij het achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het
achteruit inparkeren naar de grond
worden gericht.
Programmeren
) Schakel bij draaiende motor de
achteruitversnelling in.
) Selecteer en verstel achtereen-
volgens de linker en rechter bui-
tenspiegel.
De ingestelde standen worden di-
rect opgeslagen.
Uitschakelen
) Haal de versnellingsbak uit de
achteruitversnelling en wacht
tien seconden.
of
) Zet de schakelaar A in de mid-
delste stand.
De buitenspiegel keert terug naar de
oorspronkelijke stand.
De buitenspiegel keert ook terug
naar de oorspronkelijke stand:
- zodra sneller wordt gereden dan
10 km/h,
- als de motor wordt afgezet.
Inschakelen
) Schakel bij draaiende motor de
achteruitversnelling in.
) Beweeg de schakelaar A naar
rechts of links om de desbetref-
fende buitenspiegel te selecteren.
De geselecteerde buitenspiegel wordt
in de geprogrammeerde stand gericht.
Het ontdooien/ontwasemen van de
buitenspiegels is gekoppeld aan die
van de achterruitverwarming.