Operation Manual

V
94
ZICHT
SCHAKELAAR VERLICHTING
E
XTERIEUR
Met de lichtschakelaar kunt u de
verlichting van de auto selecteren
en inschakelen.
Hoofdverlichting
De verlichting van de auto voor en
achter is ontwikkeld om de zicht-
baarheid van de auto en het zicht
van de bestuurder aan te passen
aan de omgeving en de weersom-
standigheden:
-
parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht
zonder medeweggebruikers te
verblinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht
op wegen zonder tegenliggers.
Aanvullende verlichting
Uw auto is voorzien van aanvullen-
de verlichting voor speci eke rijom-
standigheden:
- mistachterlicht: voor een optima-
le zichtbaarheid van achteren,
- mistlampen vóór: voor extra zicht
bij slecht weer,
- bochtverlichting: voor een opti-
maal zicht in bochten,
-
appèllichten: voor een betere zicht-
baarheid van uw auto overdag
.
Instellingen
Het verlichtingssysteem van uw
auto heeft verschillende extra au-
tomatische functies die afzonderlijk
kunnen worden ingesteld:
- follow me home-verlichting,
- automatische verlichting,
- bochtverlichting.
Handbediende functies
over het merkteken te zetten.
Lichten uit.
Automatische verlichting.
Parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
B. Trek de hendel naar u toe om
over te schakelen van dim- naar
grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld
of wanneer alleen de parkeerlichten
zijn ingeschakeld, kunt u een licht-
signaal geven door de hendel naar
u toe te trekken.
Verklikkerlampjes
Een verklikkerlampje op het instru-
mentenpaneel geeft aan dat de ge-
selecteerde verlichting is ingescha-
keld.
De lichtschakelaar bestaat uit de
ring A en de hendel B .
A. Ring voor de selectie van de
stand van de hoofdverlichting:
draai aan de ring om het symbool
van de gewenste stand tegen-