Operation Manual
200
Rijden
Tijdens het haaks inparkeren wordt
de
fu
n
c
ti
e
P
a
rk A
ss
i
s
t
au
t
o
m
a
ti
sc
h
g
edeactiveerd zodra de achterzi
j
de van
de
au
t
o
ee
n
obs
t
a
k
e
l t
o
t min
de
r
da
n
5
0 cm is
g
enaderd.
)
Schakel de achteruitversnellin
g
in, laat het
stuurwiel los en laat de auto ri
j
den met een
snelheid van maximaal
8
km
/
h.
)
De
g
eassisteerde parkeermanoeuvre is
b
ez
ig
.
Ri
j
d niet sneller dan 8 km
/
h en vol
g
de
i
nstruct
i
es o
p
h
et
i
nstrumenten
p
anee
l
en
de waarschuwingen van de "Parkeerhulp"
tot wordt aan
g
e
g
even dat de manoeuvre is
v
o
lt
oo
i
d
.
Als de manoeuvre is voltooid,
g
aat het
verklikkerlamp
j
e van de
f
unctie op het
i
nstrumentenpanee
l
u
i
t en wor
d
t een
me
ldi
n
g
weer
g
e
g
even
i
n com
bi
nat
i
e met een
geluidssignaal.
D
e assistentie wordt
g
edeactiveerd: u kunt het
s
t
uu
r w
ee
r
o
v
e
rn
e
m
e
n.
Tijdens het inparkeren of het uitrijden
van een parkeervak kan de functie
achteruitrijcamera in werking treden.
Deze functie zorgt ervoor dat u een beter
overzicht hebt van de directe omgeving
van de auto door aanvullende informatie
op het instrumentenpaneel weer te
geven (zie de desbetreffende rubriek).