Operation Manual
202
Zicht
Lichtschakelaar
Hoofdverlichtin
g
D
e
li
c
ht
sc
h
a
k
e
l
aa
r h
eef
t v
e
r
sc
hill
e
n
de
s
t
a
n
de
n
o
m
de
zi
c
ht
baa
rh
e
i
d
v
a
n
de
au
t
o
e
n h
e
t zi
c
ht
van de bestuurder aan te passen aan de
om
g
evin
g
:
- parkeerlicht: om
g
ezien te worden,
-
di
m
li
c
h
t: voor een opt
i
maa
l
z
i
c
h
t zon
d
er
m
e
d
ewe
gg
e
b
ru
ik
ers te ver
bli
n
d
en,
-
g
root
li
c
h
t: voor een opt
i
maa
l
z
i
c
h
t
op wegen waar het omgevingslicht
o
nv
o
l
doe
n
de
i
s
.
Aanvullende verlichtin
g
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichtin
g
voor specifieke ri
j
omstandi
g
heden:
- mistachterlichten,
- mistlampen vóór met statische
bochtverlichtin
g
,
- mee
d
raa
i
en
d
e
k
op
l
ampen voor een
o
pt
i
maa
l
z
i
c
h
t
i
n
b
oc
h
ten,
-
d
a
g
r
ij
ver
li
c
h
t
i
n
g
: voor een
b
etere
zichtbaarheid van uw auto overdag,
-
f
ollow me home-
/
instapverlichtin
g
voo
r
e
en beter zicht bi
j
het in- en uitstappen,
- parkeerlichten om de zi
j
kant van de auto te
markeren als u in het donker parkeert.
Instellin
g
en
U kunt bepaalde
f
uncties a
f
zonderli
j
k instellen:
- automatische verlichtin
g
,
- Automatische schakelin
g
g
rootlicht/
dimlicht,
- follow me home-verlichtin
g
,
-
i
nstapver
li
c
h
t
i
n
g
,
- stat
i
sc
h
e
b
oc
h
tver
li
c
h
t
i
n
g
,
- mee
d
raa
i
en
d
e
k
o
pl
am
p
en.
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Reizen naar het buitenland
H
a
l
o
g
een
k
op
l
ampen
Al
s u
d
e auto
g
aat
g
e
b
ru
ik
en
i
n een
l
an
d
w
aa
r
i
n
he
t v
e
r
kee
r
aa
n
de
a
n
de
r
e
ka
nt
van de we
g
ri
j
dt, moet u de a
f
stellin
g
v
a
n
de
di
m
lich
t
e
n v
a
n
u
w
au
t
o
la
t
e
n
aan
p
assen om te voor
k
omen
d
at
te
g
en
ligg
ers ver
bli
n
d
wor
d
en.
R
aa
d
p
l
ee
g
hi
e
rv
oo
r h
e
t
C
ITR
OË
N-n
e
tw
e
rk
o
f
ee
n
g
ekwali
f
iceerde werkplaats.
X
enon
k
op
l
ampen
D
e
di
m
li
c
h
ten van uw auto z
ij
n zo
o
ntworpen dat de a
f
stellin
g
niet
g
ewi
j
zi
g
d hoe
f
t te worden als u de auto
g
aat
g
e
b
ru
ik
en
i
n een
l
an
d
waar
i
n
h
et
ver
k
eer aan
d
e an
d
ere
k
ant van
d
e we
g
r
ijd
t.
Als één of meer lampen defect zijn, geeft
een melding aan dat u de desbetreffende
lamp(en) moet controleren.
Met de lichtschakelaar kunt u de verlichtin
g
van de auto selecteren en inschakelen.