Operation Manual

216
Zicht
Ruitens
p
roeiers vóór
Ruitens
p
roeiers vóór en
k
o
pl
am
p
s
p
roe
i
ers
Afstellen van de sproeierkoppen
De ruitensproeiers v
óó
r zi
j
n voorzien van een
s
y
steem waarmee de hoo
g
te van de straal van
de sproeierkoppen kan worden af
g
esteld.
Draai wanneer u de afstellin
g
wilt wi
j
zi
g
en de
b
out van de sproeierkoppen linksom
(
naar
de "+"
)
om de straal ho
g
er te richten o
f
r
echtsom
(
naar de "-"
)
om de straal la
g
er te
rich
t
e
n.
K
o
pl
am
p
s
p
roe
i
ers
)
T
r
ek
de
r
ui
t
e
nw
isse
r
schakelaa
r n
aa
r
u
toe. De ruitensproeiers treden in werking,
waarna eni
g
e ti
j
d de ruitenwissers worden
i
n
g
eschakeld om de ruit schoon te wissen.
N
ada
t
u
de
r
u
it
e
nwi
sse
r
sc
h
a
k
e
l
aa
r h
eb
t
los
g
elaten, maken de ruitenwissers no
g
één
s
la
g
om de laatste druppels van de ruit te
w
isse
n.
De koplampsproeiers worden geactiveerd
ti
j
dens het ri
j
den en als de dimlichten branden.
O
m het verbruik van ruitensproeiervloeistof te
beperken worden de koplampsproeiers slechts
é
én op de zeven keer dat de ruitensproeiers
worden bediend
g
eactiveerd, of eens in de
40 km bi
j
een lan
g
ere rit.