Operation Manual

222
Veiligheid
Richtingaanwijzers
) Links: beweeg de verlichtingsschakelaar
omlaag voorbij het zware punt.
) Rechts: beweeg de verlichtingsschakelaar
omhoog voorbij het zware punt.
D
r
i
e
k
eer
k
n
ipp
eren
)
B
ewee
g
d
e sc
h
a
k
e
l
aar
k
ort om
h
oo
g
o
f
omlaa
g
, zonder deze door de
w
ee
r
s
t
a
n
d
t
e
d
r
u
kk
e
n. D
e
desbe
tr
effe
n
de
r
ichtingaanwijzers zullen drie keer
k
ni
pp
eren.
Alarmknipperlichten
Gebruik de alarmknipperlichten om het overige
verkeer te waarschuwen in het geval van file,
pech, slepen of een ongeval.
) Druk deze knop in: de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop worden de
alarmknipperlichten, afhankelijk van de mate
van remvertraging, automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
) U kunt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Claxon
Systeem om uw medeweggebruikers met een
geluidssignaal te waarschuwen voor direct
gevaar.
) Druk op het middelste gedeelte van het
stuur.
Beperk het gebruik van de claxon tot de
volgende gevallen:
- direct gevaar,
- inhalen van een fietser of
voetganger,
- naderen van een onoverzichtelijke
situatie.