Operation Manual

295
7
Praktische informatie
12V-accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de (+) klem:
) ontgrendel de motorkap met de
ontgrendelingshendel in het interieur en maak
aan de buitenzijde de veiligheidshaak los,
) open de motorkap en plaats de motorkapsteun
onder de motorkap om hem geopend te houden,
) beweeg het plastic beschermkapje omhoog
voor toegang tot de (+) klem.
Toegang tot de accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door het
CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Na het monteren van de accu duurt het
even voordat het Stop & Start-systeem
weer zal werken, hoe lang dit duurt
is afhankelijk van klimatologische
omstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8 uur duren).
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere auto)
en startkabels.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
) Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A en vervolgens op
de pluspool (+) van de hulpaccu B .
) Sluit de groene of zwarte kabel aan op de
minpool (-) van de hulpaccu B (of op het
massapunt van de auto met de hulpaccu).
) Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwarte kabel aan op het massapunt C
van de auto met de lege accu (of op de
motorsteun).
) Start de motor van de auto met de
hulpaccu en laat deze gedurende enkele
minuten draaien.
Controleer eerst of de nominale spanning
van de hulpaccu 12 V bedraagt en of de
capaciteit van de hulpaccu minimaal gelijk
is aan die van de ontladen accu.
Start de motor niet door een acculader
aan te sluiten.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los terwijl de motor draait.
Voordat u werkzaamheden
uitvoert
Zet de auto stil, trek de parkeerrem aan,
zet de versnellingsbak in de neutraalstand
en zet vervolgens het contact af.
Controleer of alle elektrische functies
van de auto zijn uitgeschakeld.