Operation Manual

316
Onderhoud
Brandstofkwaliteit voor
b
enz
i
nemotoren
Au
t
o's
m
e
t
be
nz
i
n
e
m
o
t
o
r
e
n
ku
nn
e
n
p
robleemloos ri
j
den op biobrandsto
ff
en van
h
et t
y
pe E10 en E24
(
deze bevatten resp. 10
%
e
n 24
%
ethanol
)
die voldoen aan de Europese
r
ichtli
j
nen EN
228
en EN
1
5
3
7
6
.
Brandstoffen van het t
y
pe E85
(
deze bevatten
tot 85% ethanol
)
zi
j
n uitsluitend
g
eschikt voor
a
uto's die speciaal bestemd zi
j
n voor dit t
y
pe
brandstof
(
BioFlex-auto's
)
. De kwaliteit van de
e
t
h
ano
l
moet vo
ld
oen aan
d
e
E
uropese r
i
c
h
t
lij
n
E
N 1
5
2
93
.
Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloos
rijden op biobrandstoffen die aan de huidige
en toekomstige Europese richtlijnen voldoen
(diesel die voldoet aan de richtlijn EN 590
gemengd met biobrandstof die voldoet aan de
richtlijn EN 14214) en die aan de pomp getankt
kunnen worden (met een gehalte aan
methyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk
bij bepaalde dieselmotoren op voorwaarde dat
de bijzondere onderhoudsvoorschriften strikt
worden nageleefd. Raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof
(zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke
olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden
(kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).