Operation Manual

1
35
Controle tijdens het rijden
U kunt het uiterlijk van het instrumentenpaneel
aanpassen door een keuze te maken uit de:
- grafische achtergronden,
- de weergavemodi.
Keuze van de gra sche achtergrond
Deze is afhankelijk van de grafische
achtergrond die is gekozen voor het
touchscreen. Wijzig de achtergrond, terwijl de
auto stilstaat, als volgt:
) selecteer het menu " Configuratie " van het
touchscreen,
) druk op de knop " Sferen ",
) kies de grafische achtergrond,
) bevestig uw keuze.
Het systeem zal opnieuw opstarten om
de wijzigingen in het touchscreen en het
instrumentenpaneel door te voeren.
Elke modus is gekoppeld aan een type
informatie dat wordt weergegeven op het
configureerbare gedeelte.
Persoonlijke instellingen voor
het instrumentenpaneel type 2
Weer
g
avezones
O
n
g
eacht de
g
ekozen weer
g
avemodus o
f
achter
g
rond bevat het instrumentenpaneel
- een vaste weer
g
avezone
A
m
e
t:
d
e sne
lh
e
id
smeter,
d
e ver
klikk
er
l
amp
j
es,
de brandsto
f
meter,
de verschillende
g
e
g
evens en
waarschuwin
g
smeldin
g
en die worden
w
eergege
v
en
.
- een confi
g
ureerbare weer
g
avezone
B
.
Keuze van de weergavemodus
- "METERS": permanente weergave van
de boordcomputer, de toerenteller en de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
De meeste verklikkerlamp
j
es hebben
g
een
vaste plaats.
De verklikkerlamp
j
es van de linker kolom
worden van boven naar beneden in vol
g
orde
van belan
g
ri
j
kheid weer
g
e
g
even.
Voor bepaalde functies die zowel een
verklikkerlamp
j
e hebben voor de in
g
eschakelde
s
tatus als voor de uit
g
eschakelde status, is
s
lechts één specifieke positie beschikbaar.