Operation Manual

142
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Weergave op het instrumentenpaneel
N. Neutral (neutraalstand).
R. Reverse (achteruitversnelling).
M. (gevolgd door het nummer van de
ingeschakelde versnelling)
Handmatige bediening.
AUTO of A. Automatische bediening.
Als de motor niet kan worden gestart:
Als de aanduiding N op het display
knippert in combinatie met een
geluidssignaal en een melding, verplaats
de selectiehendel dan naar de stand A
en zet hem vervolgens in de stand N.
Starten van de auto
F Selecteer de stand N.
F Houd het rempedaal ingetrapt.
F Start de motor.
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt de
aanduiding N.
F Selecteer de automatische bediening
(stand A), de sequentiële bediening (stand
M) of de achteruitversnelling (stand R).
F Zet de parkeerrem met de hendel vrij als
deze niet automatisch wordt bediend.
F Laat het rempedaal geleidelijk los.
F Als de parkeerrem is vrijgezet, zet de auto
zich direct in beweging.
Als de parkeerrem is aangetrokken en
de automatische bedieningsfunctie is
geactiveerd, trap dan geleidelijk het
gaspedaal in.
Op het instrumentenpaneel worden
de aanduidingen A of AUTO en 1,
1 of R weergegeven.
Als op het instrumentenpaneel
het pictogram Voet op
het rempedaal brandt in
combinatie met een geluidssignaal en de
melding "Voet op rempedaal", houd het
rempedaal dan steviger ingetrapt.
Als de parkeerrem niet automatisch
wordt vrijgezet, controleer dan of de
voorportieren correct zijn gesloten.