Operation Manual

143
4
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Selecteer tijdens het rijden nooit de
neutraalstand N.
Automatische bediening
F Selecteer de stand A.
Op het instrumentenpaneel worden
de aanduiding AUTO of A en de
ingeschakelde versnelling weergegeven.
De versnellingsbak werkt automatisch,
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:
- optimaal brandstofverbruik,
- rijstijl,
- profiel van de weg,
- belading van de auto.
Trap om krachtig te accelereren
(bijvoorbeeld voor een
inhaalmanoeuvre) het gaspedaal met
kracht in, tot voorbij het zware punt.
Tijdelijk zelf schakelen
F Selecteer de stand M.
De ingeschakelde versnellingen worden
achtereenvolgend op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Het schakelen naar een andere versnelling
is alleen mogelijk als het motortoerental dit
toestaat.
Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen
het gaspedaal los te laten.
Bij het remmen of het verminderen van
de snelheid schakelt de versnellingsbak
automatisch terug, zodat de juiste versnelling
is geselecteerd op het moment dat u het
gaspedaal weer intrapt.
Bij krachtig accelereren wordt de hoogste
versnelling niet ingeschakeld als de bestuurder
de flippers achter het stuur niet bedient.
Handbediende stand
De stand kan op elk gewenst moment worden
veranderd door de selectiehendel in de stand A
of juist in de stand M te zetten (al naar gelang
welke stand is ingeschakeld).
Selecteer de neutraalstand N nooit tijdens het
rijden.
U kunt tijdelijk zelf schakelen met de flippers
"+" et "-". Als het motortoerental het toestaat,
wordt de gevraagde versnelling ingeschakeld.
Met deze functie kunt u anticiperen op
bepaalde rijsituaties, zoals het inhalen van een
auto of een bocht in de weg.
Als de flippers enige tijd niet meer gebruikt
worden, gaat de versnellingsbak weer over op
de automatische stand.