Operation Manual

144
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Selecteer de achteruitversnelling (stand R)
uitsluitend als de auto volledig stilstaat en de
voet op het rempedaal wordt gehouden.
F Selecteer de stand R.
Achteruitversnelling
Bij het inschakelen van de achteruitversnelling
klinkt een geluidssignaal.
Als op lage snelheid de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, knippert het lampje
N en wordt automatisch de neutraalstand
ingeschakeld. Zet de selectiehendel in de stand
N en vervolgens weer in de stand R om de
achteruitversnelling in te schakelen.
Voordat u de motor afzet, kunt u:
- de selectiehendel in de stand N zetten om
de neutraalstand te selecteren,
of
- een versnelling ingeschakeld laten. In dat
geval kan de auto niet worden verplaatst.
Stilzetten van de auto
Trek in beide gevallen altijd de parkeerrem
aan met de hendel om de auto volledig
stil te zetten (als de parkeerrem niet in de
automatische stand staat ingesteld).
Selecteer wanneer u de auto met
draaiende motor stilzet altijd de
neutraalstand N.
Controleer voordat u werkzaamheden
onder de motorkap uitvoert altijd of
de selectiehendel in de neutraalstand
N staat en de parkeerrem is
aangetrokken.
Trek de parkeerrem altijd aan om de
auto volledig te blokkeren wanneer de
parkeerrem niet in de automatische
stand staat.
Als de aanduiding A of AUTO bij het aanzetten
van het contact gaat knipperen, in combinatie
met een geluidssignaal en een melding, duidt
dit op een storing in de versnellingsbak.
Storing
Laat dit zo snel mogelijk controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Gebruik bij een lege of defecte accu het wielblok
om de auto tegen wegrollen te beveiligen.