Operation Manual

167
4
Rijden
C4-Picasso-II_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
1. Rolknop voor het selecteren van de
snelheidsregelaar.
2. Toets voor het verlagen van de ingestelde
snelheid of het programmeren van de
actuele wagensnelheid als de aan te
houden snelheid.
3. Toets voor het verhogen van de ingestelde
snelheid of het programmeren van de
actuele wagensnelheid als de aan te
houden snelheid.
4. Toets voor het onderbreken / hervatten van
de snelheidsregeling.
5. Toets voor een overzicht van de
opgeslagen snelheden en de ingestelde
afstand in tijd tot de voorligger.
Raadpleeg "Opslaan van snelheden" voor
meer informatie over het overzicht van de
opgeslagen snelheden.
Bediening op het stuurwiel
Inschakelen
De actieve snelheidsregelaar moet worden
geselecteerd in het menu " Rijhulpsysteem ".
F Draai de rolknop 1 in de stand "CRUISE":
de snelheidsregelaar is geselecteerd, maar
nog niet ingeschakeld (Pause).
F Druk op een van de toetsen 2 of 3: de
actuele snelheid van uw auto wordt de
ingestelde snelheid.
De snelheidsregelaar is geactiveerd (ON).
Standaard is de afstand in tijd tot de voorligger
ingesteld op 2 seconden.
Zo niet, dan wordt de laatst ingestelde waarde
gebruikt bij het inschakelen van de functie.
Wijzigen van alleen de
kruissnelheid
Toetsen 2 en 3
F herhaaldelijk kort indrukken om te wijzigen
in stappen van + of - 1 km/h,
F ingedrukt houden om te wijzigen in stappen
van + of - 5 km/h.
Om veiligheidsredenen is het raadzaam
een snelheid te selecteren die dicht bij
de actuele snelheid van uw auto ligt.
Werking